|
Het weer was een beetje triestig vandaag. Het contrasteerde vreselijk met gisteren, toen het zo'n 30 graden was. Afgelopen nacht heeft het geregend en ik ben 's ochtends ook met regendreiging weggegaan.
Op het station van Egervár staan naast mij 3 dames in het Engels te praten. Ik spreek ze aan het de vraag of zijn ook toerist zijn. Ja: één (Jane) woont sinds een paar maanden in Eger en geeft Engelse les en Kay en Giles zijn vanuit Nieuw-Zeeland overgekomen.
De treinreis naar Szilvásvárad is 21 kilometer en enkele stops. Je gaat dus zitten bedenken hoe lang dat de rit gaat duren. Kun je in Nederland doen, maar hier niet! Het is namelijk altijd anders heb ik al begrepen! Over 20 kilometer doe je namelijk bijna een uur! Maar onderweg is er genoeg te zien, dus vervelen doe je je niet.
In Szilvásvárad zoeken we met z'n drieën de weg. Jane heeft een kaartje. Zelfs met kaartje is het een hele kunst, want er klopt niet veel van én we blijken hem aldoor ondersteboven te houden. Logisch dat het dan niet erg klopt! Maar goed in het plaatselijke café is een alleraardigste dame die drie jaar in Duitsland heeft gewoond en in behoorlijk Duits de weg kan wijzen.
We hebben van het gestüt zowel de merrie-stallen bezocht (aan de rechterkant van het dorp) als de hengsten-stallen (aan de linkerkant van het dorp). Eigenlijk mocht je in niet veel dingen binnen. Een brutaal mens heeft de halve wereld, dus ik heb aardig wat Lippizaners gezien en op de foto gezet.
Daarna de plaatselijke kerkjes bekeken en weer terug naar het station.
Om 14.45 uur immers vertrekt de trein weer (vanaf platform 2!) terug naar Eger. Het station van Szilvásvárad is echt een troosteloze boel. Kijk maar eens naar de foto's.
Gedurende de dag nog één bui gehad, maar verder is het gelukkig droog geweest.
|
|
|