25-08-2005 - Scanners vragen onderhoud

Scanners vragen onderhoud

Het aantal barcode-laserscanners neemt nog altijd toe. Met name in distributiecentra, waar bijvoorbeeld bij inpakstations, sorteersystemen, inslag- en uitslagpunten maar ook bij controlepunten voor het orderverzamelen zogeheten vaste scanners zijn opgesteld. Deze scanners registreren alle passerende barcodes ten behoeve van het ‘warehouse management system’. Maar als ze vervuild zijn, registreren ze niets en ze vervuilen soms sneller dan verwacht.

Veel stof

De meeste gebruikers verwachten dat de scankop – het oog waar de laserstraal uit komt en dat de reflecterende straal weer opvangt - het snelst vervuild raakt. Vanuit de gebruikelijke optiek van de mens op vervuiling – het aanhechten van in de lucht dwarrelend stof aan oppervlaktes – is dit een logische redenering. Dus worden de glazen afdekplaatjes van scankoppen regelmatig gereinigd. Wat overigens ook nodig is, want er dwarrelt heel wat stof rond in productieruimten, in magazijnhallen en dergelijke. Met name doordat er met papier (karton) wordt gewerkt bij de inpakstations van de distributie-afdelingen en bij de verpakkingslijnen van de productie-afdelingen respectievelijk bij de orderverzamelafdelingen in magazijnen. Niet-registrerende barcodelaserscanners zijn een probleem voor iedere organisatie en dus ook voor productie- en distributiebedrijven. Als een laserscanner de barcode op een pallet, transportdoos, transportbox, pakket of wat dies meer zij, niet herkent is Leiden in Last. Een enkele 'no read' kan nog inhouden dat de barcode slecht geprint is of net iets buiten het zichtveld van de scanner bleef, maar als hele series goederen niet worden geïdentificeerd, is er duidelijk iets anders aan de hand. Dan wordt de productie stilgelegd (of het sorteer-, inpak- of intern transportproces) om de oorzaak van het slecht reageren van de scanner op te sporen en te verhelpen. “Dat laatste kan een groot probleem vormen als de scanner inwendig vervuild is”, weet Onno Walda, directeur van Walda Impuls te Arnhem en als leverancier tevens onderhoud-organisatie van onder andere Accu Sort-scansystemen meer dan bekend met dit fenomeen. Hij weet dat het uitsluitend reinigen van de scanners aan de buitenzijde niet voldoende is. Dat scanners juist inwendig vervuilen. Maar hij weet ook dat dit tot grote storingen in de bedrijfsprocessen kan leiden, want het inwendig reinigen van laserscanners is geen sinecure. “Het reinigen van de bewegende onderdelen in het inwendige van een laserscanner kan een paar uur in beslag nemen en vaak gaat het om een systeem met meer scanners, waardoor gedurende een of twee dagen het operationele gedeelte van het bedrijf stilligt”, legt hij uit.

Bewegende delen

Het probleem zit dus in de bewegende onderdelen. Laserscanners hebben bijvoorbeeld een draaiende spiegel, waarmee de laserlichtbundel wordt opgevangen na weerkaatsing door de ondergrond, waarop de barcode is aangebracht. “Dit draaiende element brengt de lucht in de scannerbehuizing in beweging en bewegende lucht zuigt stof aan. Dit stof, dat vaak uit minuscule deeltjes bestaat, dringt ook door in zogeheten stofvrije behuizingen, hoe goed ze ook zijn afgedicht”, weet Walda. Met als gevolg dat in de loop der tijd heel langzaam maar onmiskenbaar een dun laagje stof de spiegel gaat bedekken, waardoor op een bepaald moment de leescapaciteit van deze scanner tot nul is gereduceerd. Daarmee is het probleem in principe gedefinieerd. Want een laserscanner is een klein instrument en de inwendige elementen zijn nog kleiner uitgevallen. “Het is heel fijn en dus ook kwetsbaar materiaal, dat in een laserscanner wordt toegepast”, knikt de Walda Impuls-directeur. Hij wijst er op dat juist het reinigen van dit zeer klein uitgevoerde materiaal veel tijd en vooral geduld vergt. “Dit maakt dat de reinigingstijd bij uitgebreide systemen veelal een paar dagen kost”, weet hij. Om dergelijke storingen in de operationele taken te voorkomen, voeren vooral bedrijven met een grote scan-installatie de leespunten dubbel uit. Daartoe worden twee laserscanners naast elkaar gemonteerd, waarbij de ene niet actief is en dus puur als reserve fungeert. “Zodra de actieve scanner door vervuiling uitvalt, wordt de tweede ingezet en kan de eerste worden verwijderd voor een reinigingsbeurt”, legt Walda uit. Maar zo’n dubbel uitgevoerde installatie vraagt nogal wat aan hardware-investeringen en niet elke onderneming is daar gecharmeerd van. Daarom adviseert Walda een andere oplossing, die gericht is op het voorkomen van ernstige vervuiling van de scanners. “Wanneer je scanners periodiek onderhoud geeft en ze tijdens die onderhoudsbeurt reinigt, waarbij je dat doet op een moment dat de gebruiker geen problemen heeft met het kortdurend stilleggen van de operationele activiteiten, kun je de scanner eigenlijk altijd operationeel houden”, zegt hij. Maar scannergebruikers zitten natuurlijk ook niet te springen om een frequent terugkerende onderhoudsbeurt met bijbehorende voorrijkosten en dergelijke. Walda erkent dit, maar stelt dat daar andere oplossingen voor zijn te vinden.

‘Full service onderhoud’

“Bijvoorbeeld een zogenoemd ‘full service’-onderhoudscontract”, meent hij. Een gespecialiseerd onderhoudsbedrijf kan bijvoorbeeld tegen een vooraf vastgestelde, vaste vergoeding en op goed geplande tijdstippen een of twee keer per jaar de scanners inspecteren, reinigen en eventueel reviseren. Ook kan dan de leescapaciteit worden gemeten en de inspecterende onderhoudsmonteur kan op basis van de testresultaten een indicatie geven omtrent de nog resterende inzetbaarheid van de scanner. “Je kunt in zo’n full service onderhoudscontract opnemen dat ook de voorrijkosten en de kosten van de werkuren, het arbeidsloon dus, is ingecalculeerd. Bovendien bij reparatie gratis vervanging van de onderdelen”, aldus de directeur van Walda Impuls. Andere mogelijkheden zijn bijvoorbeeld een snelle reactie bij storingen. “Er zijn bedrijven, die in hun full service contract opnemen dat een scannerstoring binnen 4 uren verholpen wordt”, geeft hij als voorbeeld aan. Anderen vragen een reactietijd van maximaal 8 uren na de storingsmelding en zo zijn er natuurlijk meer mogelijkheden te bedenken. Walda zegt dat dergelijke reactietijden goed gerealiseerd kunnen worden, doordat vanwege het repeterende karakter van de onderhoudsbeurt elke scanner bij het onderhoudsbedrijf bekend is. “Hij kan dus weer snel operationeel zijn, doordat het apparaat via het onderhoudsysteem bij de reparatiewerkplaats bekend is”, legt hij uit. Ook voor CCD-scansystemen - die door het ontbreken van bewegende delen minder gevoelig zijn voor vervuiling maar wel voor ‘no reads’ door slecht geprinte bar- en tweedimensionale codes - kan een oplossing worden geboden. “De monteur kan vaak op afstand waarnemen waarom de scanner niet leest, door het weigerende codesymbool te laten scannen, wanneer de scanner inmiddels voor diagnosticeren online aan de computer van de onderhoudswerkplaats is gekoppeld”, weet Walda. Daar ‘ziet’ de monteur namelijk het codesymbool, dat niet gescand wordt. Zelf heeft hij ervaren dat een slechte printafdruk van bijvoorbeeld een meerdimensionale code – de meerdimensionale codes worden in snel tempo populair, zie het kader - als gevolg van zoiets als een vervuilde printkop of een slecht werkende toner-cassette in een printer de oorzaak is. De monteur hoeft na het vaststellen van deze storingsoorzaak niet in de auto te stappen om naar de scanner te reizen. “Je kunt heel goed via de telefoon of met een e-mail de gebruiker bijstaan in het opheffen van de scanstoring, door hem bijvoorbeeld te vragen zijn printsysteem te reinigen of een andere toner-cassette te plaatsen”, zegt Walda. Juist de mogelijkheid om via de internet-verbinding tussen scanstation en werkplaats de activiteiten van de CCD-scanner te kunnen meemaken, maakt het op afstand diagnosticeren en verhelpen van storingen aan CCD-scanners eenvoudiger. Maar voor laserscanners geldt die oplossingsmogelijkheid dus niet. Die moeten gewoon steeds op tijd inwendig worden gereinigd en gecontroleerd, zodat ze probleemloos blijven werken.

Meerdimensionale (bar)codes

Het gebruik van meerdimensionale codesymbolen neemt snel toe. Veel artikelen moeten van steeds meer informatie worden voorzien terwijl de ruimte voor het aanbrengen van die informatie beperkt is. Door de informatie te coderen en vervolgens weer te geven in bijvoorbeeld een PDF-symbool (portable data file) kan veel informatie op een relatief kleine oppervlakte worden geplaatst. Een CCD-scanner leest het PDF-symbool (waarvan inmiddels meer dan tien uitvoeringen in gebruik zijn) en de decodeersoftware plaatst de leesbare tekst of afbeelding op het beeldscherm van de hostcomputer. Op die manier kan bijvoorbeeld een zelfklevend etiket van pakweg 7 centimeter dezelfde informatie bevatten, die anders een etiket van 10 of 12 centimeter zou hebben gevergd, maar waarvoor op een verpakking geen ruimte is.

Het verschil tussen laser- en CCD-scanner

Van buiten zien ze er meestal identiek uit, maar het inwendige verschilt hemelsbreed. Waar de laserscanner een lichtbundel uitzendt, die gereflecteerd wordt door de barcodedrager (etiket, verpakking) en vervolgens door de ronddraaiende spiegel wordt opgevangen en digitaal verwerkt, neemt de CCD-scanner als het ware een foto van het codesymbool. Deze foto wordt gedecodeerd en omgezet in ‘human readable’ teksten of afbeeldingen, net zoals door de decoder van de laserscanner wordt gedaan. Het belangrijkste voordeel van de CCD-scanner boven de laserscanner is, dat de laatste uitsluitend eendimensionale (conventionele) barcodes leest en de ander, afhankelijk overigens van de besturing- en decodeersoftware, ook meerdimensionale codes kan lezen.


>>>> Bron  www.dutchrfid.nl  

C) 2006 - www.BARCODE4u.nl - Alle rechten voorbehouden

Deze pagina afdrukken